Autovrij fietsen en kamperen bij mensen thuis: België op de fiets ontdekken is verrassend

De Vaude en Ortlieb tassen zijn aan de fietsen gehangen, makkelijke kleding aan, 2.7 kg aan tent achterop en een weinig concreet plan om door Belgie te trekken. Even kloten met een last minute dingetje aan mijn fiets (de vriendin wéét dat ik dit het liefst minuten voor vertrek doe) en gewoon weg. Spulletjes bij elkaar verzamelen is niet moeilijk. We doen dit vaker en het liefst zouden we alles gewoon ready to go aan de fietsen laten hangen voor een volgende keer.

Het plan staat dus niet vast en dat is heerlijk. We denken één dag vooruit en weten alleen onze eerste overnachtingsplek: een natuurkampeerterrein in de Biesbosch. De eerste verrassing is de veerpont waar we maar liefst een uur op moeten wachten. Het blijkt een soort waterbus die vergeleken met de voetveren die wij gewend zijn als een formule 1 wagen naar de overkant schiet. Op de camping kijken we uit over natuur. Drie andere fietskampeerders op het trekkersveldje en verder alleen maar een houten hekje, hoog gras waar af en toe wat hazenoren uitsteken en water. We bedenken dat we hier terugkomen om met een kano op pad te gaan.

Trekkersveldje van het natuurkampeerterrein in de Biesbosch

’s Ochtends vroeg nemen we het fietspad door de Biesbosch over een smalle strook land naar het Zuiden. Niemand is hier nu, behalve grote oeverlibellen die steeds voor onze wielen vluchten en miljarden stippelmotten die het bos omtoveren tot een grijze onheilsplek zoals ik nog nooit heb gezien. Mordor in de Biesbosch. Je gelooft het pas als je het met eigen ogen ziet. Pas aan het einde van het fietspad komen oudere fietsers op e-bikes ons tegemoet. Geluk deze keer. We zien een piepklein elektrisch veerpontje op ons wachten voor een overtocht van zo’n 20 minuten.

Onze route gaat naar een leeg natuurkampeerterrein weggestopt in een hoekje Brabant dat aan Zeeland doet denken. Om er te komen rijden we kilometers langs snelwegen en Shell Moerdijk. We hebben beide moeite om positief te blijven in dit sombere, lawaaiige landschap en proberen er zo snel mogelijk uit te geraken. De stille slaapplek aan het einde van de dag is precies wat we nodig hebben. In een boom een hangmat en ’s nachts zingende kikkers die ons vanuit een beek achter de camping wekken. Geweldig hoeveel je in twee dagen ontdekt en achter je kunt laten.

Havenlandschap

Na Bergen op Zoom en een ingelaste boerencamping vanwege aangekondigd stormweer moeten we eraan geloven: door de enorme Antwerpse haven om aan de overkant van de Schelde te geraken. Na twee dagen onderdompelen in meestal groen landschap fietsen we – over prima fietspaden overigens – door een industrieel landschap gemaakt voor vrachtwagens, opgestapelde containers, vrachtschepen en van dat bruine, dorre gras dat je op braakliggende grond ziet. Hier voel je je meer een ontdekkingsreiziger dan op een fietspad op de Veluwe. Mooi eigenlijk, maar misschien ook een schaduwzijde van onze maatschappij als je bedenkt dat hier ooit mensen zullen hebben gewoond.

De fietspaden zijn langdradig, het uitzicht groots en eentonig als een woestijn. Weinig mensen, enkel wielrenners uit Antwerpen vinden hier ruimte voor een rondje. Net als je er echt genoeg van begint te krijgen is daar de verlossing: een historisch en groen fort met haven waar een waterbus aanmeert. Lillo-fort, als een teken van leven. En weer geluk: de snelle waterbus komt snel. Zonder banaan – eten is verboden – varen we schuin over de Schelde naar Fort Liefkenshoek. Vandaaruit is het niet lang meer naar de verlossing: een Vlaams stadje gelegen vlak na het bordje ‘einde havengebied’.

Na een uurtje Vlaams platteland kwam de grootste verrassing: een autovrije snelfietsroute naar Brugge. We dachten op een zeldzaam fenomeen te zijn gestuit, maar dat bleek zeker niet het geval. Integendeel: Vlaanderen en Wallonië liggen werkelijk tjokvol autovrije en autoluwe fietsroutes met prima routeborden. De verrassing van België. Fietsroutes over plattelandsweggetjes met weinig verkeer, autovrij over jaagpaden langs kanalen en eindeloze fietspaden over zachtjes glooiende spoordijken, met name in Wallonië (RAVeL-routes).

We kenden het fenomeen van de Vennbahn, die we op weg naar Rome een tijdje hadden gevolgd, maar heel België is dus een Vennbahn. Ik wist dat niet. Toegegeven, het gaat soms vervelen om alleen maar in een soort groene tunnel te zitten met af en toe een glimp landschap om te bekijken. Fietsen buiten deze routes is zeker in de Ardennen véél mooier, maar door de zware beklimmingen is dat niet voor iedereen op een vakantiefiets met bagage weggelegd. Regelmatig gingen de stijgingspercentages naar de dubbele cijfers.

Dat wil niet zeggen dat je buiten de voormalige spoordijken met charmant oude stations niet kan fietsen. Ook België heeft fietsknooppunten, alleen zijn die wel anders dan je als Nederlander gewend bent. Een knooppuntroute kan over een brug gaan met een 20% steile helling, over een onverhard stenenpad waar je vreest voor het rubber van je fietsbanden of stiekem over de meest zware beklimmingen van heel het land. Kasseienwegen zoals je ze kent van wielrennen op televisie kom je ook tegen, een kwestie van prachtig om naar te kijken maar verder niet om op te fietsen.

Laatste steile kilometer van de Col de Haussire

Mons

Af en toe kiezen we een stad uit waar we graag naar toe willen. Brugge bijvoorbeeld, La-Roche-en-Ardenne, Dinant. Lang in een stad blijven doen we alleen nooit. Als je de hele dag door stil, groen buitengebied fietst is een stad een niet altijd fijn contrast. Ons oog was onder andere op Mons gevallen, het kwam qua route goed uit. We beginnen met een bezoek aan een Lidl aan de rand van de stad en daarmee is de toon meteen gezet. Er blijkt geen fietsroute naar toe te lopen, alleen een smal trottoir en een drukke vierbaansweg waar we niet willen fietsen. Vertwijfeld kijken we nog eens goed op de kaart, maar het klopt echt. Met de zware vakantiefietsen aan de hand lopen we over een trottoir en bushalte naar de supermarkt. Het centrum is gelukkig niet zo druk, wat het gemis aan fietsinfrastructuur verzacht. Maar gezellig is anders. Weinig mensen, weinig fietsers. Aan de grote markt met statige gebouwen zitten de grote terrassen die je verwacht in een dergelijke oude stad, maar loop honderd meter verder en de leegstaande panden overheersen. Winkels liggen buiten de stad, hier kom je alleen als je er woont of als je een bril nodig hebt.

Fietsen in Mons.

Later horen we dat Mons een studentenstad bij uitstek is, wat de situatie nóg vreemder maakt. Wat Mons óók niet heeft is een camping, reden voor ons om de app Welcome to my Garden maar eens op te starten. We verblijven in een grote achtertuin net buiten het centrum. De eigenaar vertelt ons over zijn stad en hoe hij zelf niet fietst. Jaren terug is hij eens aangereden en sindsdien staan zijn fietsen stof te happen in de garage. Boodschappen doe je met de auto. De paar fietsers die we wel zien op straat hebben veelal een helm op en van die gele hesjes, geen goed teken qua verkeersveiligheid. Mons lijkt op een gemiste kans, sociaal geografisch gezien dan weer heel interessant. Later treffen in Malmedy een net zo vreemde situatie aan. Door het kleine, historische centrum lopen doorgaande wegen die automobilisten naar de grote weidewinkels buiten het centrum brengen. Waarom die wegen dwars door het centrum moeten lopen, is ons een raadsel. Naast een paar terrassen aan een groot plein – verder vooral een autoparkeerplaats – vinden we hier ook vrij weinig.

Welkom in mijn tuin

Omdat België geen Nederland is waar overal campings zijn in alle soorten en maten, maakten we soms gebruik van een alternatief: de app Welcome to my Garden, een app om je tent op te zetten in iemands tuin. Handig als je ook eens buiten de toeristenplekken wilt verblijven of als die ene camping niet aantrekkelijk is. Soms mag je vrij gebruikmaken van een badkamer en zelfs keuken, soms alleen tot 22.00 uur of zelfs helemaal niet. Het kan dus zijn dat je ’s nachts niet naar de wc kan of dat je je wast onder een tuinslang. In de app zie je in ieder geval wie bijvoorbeeld drinkwater en een douche aanbiedt, maar wie zin heeft om uitgebreid kennis te maken is lastig inschatten. We hebben prachtige mensen ontmoet die het fijn vinden mensen te ontvangen en te leren kennen. En soms tref je mensen die het druk hebben en voelt het meer alsof een campingmedewerker je je plek wijst.

In een dorpje dicht op de grens met Frankrijk vertelden de gastvrije bewoners alles over wonen op een dergelijke plek, terwijl twee wijnflessen werden uitgeschonken: Tachtig inwoners die elkaar allemaal kennen, wat Vlamingen erbij die er hun tweede huis hebben, muisstil ’s nachts op een bosuil en wat boerderijdieren na en heel veel ruimte. In een stadstuin van een stokoud huis in het centrum van Brugge vertelde de priester die er woonde over zijn stad en zijn levensvisie: échte gastvrijheid en delen wat je hebt. Zijn tuin stond vol met nuttige planten: frambozen en ander fruit, kruiden en volop bloemen voor insecten. De tent paste er net tussen. We konden vrij gebruikmaken van keuken, badkamer en toilet, de fietsen veilig in een garage.

De achtertuin in Brugge

Zo druk als de priester uit Brugge het had met zijn tuinkampeerders, zo rustig had een stel het in de buurt van Dadizele. We waren pas het derde stel gasten in een paar jaar. Hun tuin was prachtig bijgehouden, er kwam nog een buitenkeuken, uit de kas naast onze tent konden we een komkommer krijgen. De man was architect en had zijn huis zelf ontworpen. Uit de overblijfselen van een klein, bakstenen arbeidershuisje kwam zijn creatie: een huis met golvende lijnen waar alles met de hand is gemaakt, niets standaard is en veel materiaal hergebruikt. Met passie vertelde hij hoe je een muur metselt die golft in alle richtingen. Met een Belgisch biertje erbij.

Klimmen

De laatste klimdag in de Ardennen begon op een camping bij Malmedy. Er was geen vaste RAVeL-fietsroute die de goede kant op ging, dus we planden een route met de website Cycle.Travel (‘Life’s too short to ride busy roads’). Daarmee maak je fietsroutes over bijna uitsluitend rustige wegen met weinig verkeer, over fietspaden en karresporen. Als je wilt, gaat je route meer over onverharde wegen of juist alleen over asfaltwegen. Deze ochtend staat we klaar voor de entree van de camping en kijken we naar een onverharde zand- en grindweg die steil omhoog loopt.

Onverhard fietsen met behulp van Cycle.Travel

Het hele idee van Cycle.Travel klopt wel: de normale route is een drukke weg die om de berg heen slingert, de weg van ons is lekker rustig (qua verkeer, niet qua inspanning). Je moet dus oppassen met de hoogtemeters. Uiteindelijk klimmen we die dag meer dan 1000 hoogtemeters in 75 km. Na de openingsklim die uiteindelijk 4 km lang bleek te zijn waren er ook maar weinig vlakke stukken om te relaxen. Ook de afdalingen boden niet altijd ontspanning vanwege bijzonder slecht wegdek. De uitzichten waren er wel. Onverwacht stonden we op de top van de (voor wielerliefhebbers bekende) Redoute en de muur van Huy misten we op een haar. Aan het einde van de route lag de appelboomgaard van een enorme hoeve in Amay op ons te wachten. Weer een bijzondere Welcome to my Garden.

Ik had het al over onverwachte beklimmingen tussen schijnbaar heel normale fietsknooppunten en de topper in die categorie lag bij La-Roche-en-Ardenne tussen knooppunten 83 en 11. Dit stuk weg is de Col de Haussire, onbekend bij mij maar naar het schijnt de zwaarste beklimming van de Benelux. Vanuit het centrum van La Roche gaat het in ruim 4 kilometer naar de top, die bijna 400 meter hoger ligt. We kiezen niet een van de zwaarste varianten langs de begraafplaats aan de Rue Gohette, maar makkelijk is het niet. Met mijn 38 kg zware fiets met bagage en racefiets-bovenbenen klim ik de laatste 3 km met zo’n 8 kilometer per uur. Voor de liefhebber: ik schat dat ik tussen de 250 en 300 Watt aan vermogen nodig had om dat tempo te houden. Mijn vriendin zet de Rohloff versnellingsnaaf op de kleine versnelling en komt prima boven, zij het een paar minuten later.

Bron: Climbfinder. Geweldige website voor het vinden van dit soort klimprofielen en precieze routes. Deze klim heeft vier varianten, bekijk ze via deze link.

Zo dichtbij

Het verlaten van de Ardennen was even wennen. Minder bos om ons heen, steeds vlakker ook. de dag na Amay rijden over een weids en glooiend boerenland, dat anders is dan we in Nederland gewend zijn. Er staan veel graansoorten, veel blauw bloeiend raapzaad, mais en groentegewassen. Mooi om te zien en zo afwisselend. Naast de vele verkeersvrije fietsroutes is ook dit voor ons verrassend en jaloersmakend: het kan anders dan de graswoestijnen die wij kennen. In twee dagen van 80 kilometer zitten we alweer in regio Eindhoven. De laatste overnachting doen we in Leerdam. Daar ligt een van onze favoriete campings uit het groene boekje: Het Kampeerbosje. Daar kom je altijd fietskampeerders tegen. De halfopen keuken met grote houden tafels, spelletjes, boeken, tijdschriften en een koelkast met biertjes en fris, het is allemaal sfeer.

Na drie weken zijn we klaar met ons rondje België. We zijn verrast hoe goed je hier met een beetje plannen redelijk verkeersluw en vaak zelfs autovrij kunt fietsen. Natuurlijk kom je in soms op plekken die echt ondermaats zijn wat betreft veilig fietsen, maar die stukken vergeet je snel als je kilometers lang over mooie, vrije fietspaden vliegt. En ja, ook op die fietspaden staan op kruisingen meestal hekken om je tegen te houden – werkelijk gekmakend – of zijn er plotseling wegafsluitingen zonder logische omleiding. Maar daar staan een hele hoop oude charmante stationsgebouwen en milde stijgingspercentages tegenover. Zoek de natuurcampings en blijf even staan bij de bijzondere natuur die je kunt tegenkomen (vlinders als een Dambordje of een Braamparelmoervlinder). Brugge en Gent zijn echt mooi, maar vergeet niet de rest van dit vriendelijke land te bezoeken – bij voorkeur op de fiets dus.

De route die wij hebben gefietst. Wie op Strava zit kan de hele route per dag terug vinden, in detail (als je wilt: zoek username ‘ao ponsteen’ en connect)

Foto-impressie


Gepubliceerd door

olivierbeens

Sociaal Geograaf | fiets, mobiliteit en ruimte | houdt van Utrecht Overvecht | verzorgt sociale media voor wijkblad Dreefnieuws (Echt Overvecht) en de Kracht van Utrecht

Eén gedachte over “Autovrij fietsen en kamperen bij mensen thuis: België op de fiets ontdekken is verrassend”

Plaats een reactie