Commissie m.e.r. geeft minister zware onvoldoende voor plan verbreding A27 bij Amelisweerd

De Commissie m.e.r. (milieueffectrapportage) heeft op donderdag 23 juli haar toetsingsadvies gepubliceerd over de plannen voor verbreding van de A27 / A12 Ring Utrecht. Omdat het Tracébesluit voor verbreding vorig jaar door de Raad van State is vernietigd, heeft het ministerie gewerkt aan een actualisatie van de Milieueffectrapportage. Uit het advies blijkt dat het ministerie haar huiswerk niet heeft gedaan. Het oordeel is behoorlijk vernietigend.

Lees ook de reactie van de Kerngroep Ring Utrecht.

Nut en noodzaak nog stééds niet aangetoond

Nota bene de verwachte effecten van stikstofdepositie op Natura2000-gebieden – zo ongeveer de reden dat het eerdere besluit is vernietigd – zijn nog helemaal niet in beeld gebracht. Ook qua verkeerscijfers is de onderbouwing niet goed, de effecten op natuur zijn niet (correct) berekend en alternatieven zijn ten onrechte niet meegenomen in de zoektocht naar betere bouwmethoden.

De commissie ziet dus een hele reeks tekortkomingen aan de geactualiseerde milieueffectrapportage. Al deze punten zijn zeer fundamenteel en stellen de vraag of je deze verbreding überhaupt moet willen ter discussie. Let wel, de problemen rondom het kostenplaatje van zo’n risicovolle bouwmethode, de effecten voor omwonenden, voor trein- en wegverkeer, dat komt allemaal niet of nauwelijks aan bod in het toetsingsadvies.

Lees verder Commissie m.e.r. geeft minister zware onvoldoende voor plan verbreding A27 bij Amelisweerd

Nieuwe aanpak bereikbaarheid trendbreuk in beleid?

Een trendbreuk met de asfaltreflex?

Een nieuwe aanpak in het mobiliteitsbeleid… De passages hierover in de nieuwe begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu zijn opvallend en hoopgevend. Natuurlijk gaan de verbreding van A27 bij Amelisweerd en de andere grote asfaltprojecten ondertussen gewoon door. Maar voor nieuwe projecten zou de “Nieuwe Aanpak Bereikbaarheid” een grote trendbreuk en cultuuromslag zijn, volgens Minister Schultz van Haegen. Wat bedoelt zij daarmee?

Een bredere bereikbaarheidsvisie en de Big Five

Breder, integraal, innovatief en met oog voor economisch rendement? Het zal u gelijk duidelijk zijn dat het hier niet over de “Big Five” gaat – Ring Utrecht, Blankenburgtunnel, Rijnlandroute, A15 Nijmegen en Ruit Eindhoven. Sterker nog, de nieuwe brochure “De brede bereikbaarheidsaanpak langs vijf sporen” weet op geen enkele manier uit te leggen hoe het actuele asfaltdenken past in een nieuwe bredere bereikbaarheidsvisie. Dat is natuurlijk vreemd, maar verder is deze nieuwe integrale aanpak hoopgevend.

Een cultuuromslag voor de komende MIRT verkenningen

Drukte op Utrecht Centraal
Drukte op Utrecht Centraal voor de trein naar Amsterdam om 08.10 uur

Niet meteen die reflex van meer asfalt, maar de reiziger centraal zetten, zei minister Schultz van Haegen eerder dit jaar op het Beter Benutten congres. Zij spreekt van een trendbreuk, een andere manier van kijken, denken en handelen. Het ministerie nodigt alle partijen uit – gebruikelijke en ongebruikelijke – om hierover mee te denken.

Het is een leerproces en een cultuuromslag. Dit is allemaal te lezen in de brochure Meer bereiken. De onderliggende en relevante maatschappelijke trends – iedereen inmiddels welbekend – worden hier ook onderschreven: verstedelijking (en daarmee kansen voor OV en fiets), veranderend reisgedrag onder jongeren, steeds slimmere informatietechnologie, elektrisch vervoer en duurzaamheid als drijfveer voor (veranderend) mobiliteitsgedrag.

De nieuwe aanpak zal worden toegepast in de acht nieuwe MIRT-onderzoeken, waar ook die voor de Utrechtse regio onderdeel van uitmaakt (MIRT staat voor Meerjaren-programma Infrastructuur, Ruimte en Transport; de onderzoeken zijn bereikbaarheids-studies in voorbereiding op concrete projecten; een tweede tram-as in Utrecht is daar een voorbeeld van). De studies zijn het vervolg op de bestuurlijke overleggen tussen Rijk en regio die in 2013 zijn afgerond (zie het MIRT-onderzoek “OV regio Utrecht“).

Ruimte en het beperken van mobiliteit

De eerste pijler van de Nieuwe Aanpak is ruimtelijke inrichting. Streven naar nabijheid van bestemmingen leidt tot minder mobiliteit; concentreren van wonen en werken rond multimodale knooppunten tot meer OV-gebruik. Dat laatste is overigens al langer een beleidsdoel, maar nog geen praktijk. Er zijn de afgelopen jaren namelijk vooral woningen en arbeidsplaatsen langs snelwegen bijgekomen (PBL 2014), en niet – zoals het beleidsdoel voorschrijft – bij multimodale knooppunten. Uitzondering daarop is overigens regio Amsterdam, zie onderstaande figuur.

Ruimte_en_arbeidsplaatsen_ontwikkeling_PBL2014

Werk combineren en slimme informatietechnologie toepassen

Pijler twee is “in stand houden”, het onderhoud van infrastructuur. Onderdeel hiervan is het slim combineren van werkzaamheden, door bijvoorbeeld het vernieuwen van een viaduct te combineren met de aanleg van een busbaan of fietspad. In de derde pijler “informeren” komt de IT-technologie om de hoek kijken: apps voor multimodale reisinformatie, parkeerapps die zoekverkeer beperken, apps die inzicht verschaffen in reiskosten en milieueffecten… Het zijn oplossingen die bekend zijn uit het maatregelenpakket “Beter Benutten”. Voor overheden gaat het hier over het delen van mobiliteitsdata en bijvoorbeeld het gezamenlijk opstellen van OV-concessies.

Multimodale knooppunten, mobiliteitsmanagement, fietssnelwegen…

De pijler “innoveren” is veelomvattend. Het zijn allemaal voorstellen voor maatregelen die in de visie van de Kracht van Utrecht al vanaf het begin een plek hebben gehad. Het ministerie noemt hier concreet:

  • Afspraken maken met grote (onderwijs)instellingen voor een betere spreiding van werk-, les- of bezoekuren, om zo verkeer beter te spreiden (bouwen voor de “spitscapaciteit” wordt zo overbodig).
  • Het werken met flexibele mobiliteitsbudgetten, afspraken maken en beperken van parkeerplekken, “Het Nieuwe Werken” en spitsmijden.
  • Afspraken maken over een betere aansluiting van verschillende vormen van OV, inclusief meer en betere fietsvoorzieningen.
  • Zorgen voor fietssnelwegen, ook in combinatie met het stimuleren van het gebruik van de e-bike. Autodelen stimuleren, ook in combinatie met OV. NB: In het vervolg op “Beter Benutten” zal de financiering van snelfietsroutes mogelijk worden, zo staat te lezen in de infrabegroting voor 2015 (nu is dat nog niet het geval).
  • Slimmere stadsdistributie door het ontwikkelen van distributiecentra aan stadsranden, bevoorrading met kleine schone voertuigen, meer vervoer over spoor en water, slim bundelen van vracht, enzovoort.

Oude asfaltreflex vs nieuwe bereikbaarheidsvisie

AutoparkerenDe laatste pijler is “infrastructuur”, want wegverbredingen horen uiteraard nog wel tot het pakket van oplossingen. Maar dan wel als laatste. Alleen wanneer slimme mobiliteitsoplossingen niet voldoende blijken te werken, komt nieuwe infrastructuur in beeld. En dan eerst in de vorm van kleine, goedkope ingrepen. “Investeringen worden daar gedaan waar het economisch rendement het hoogste is”, zegt het ministerie in hun brochure. Prima. Maar het blijft een vreemde kwestie. Is dit hetzelfde ministerie dat de verbreding van de A27, volgens het CPB een volstrekt onrendabele investering, wil doordrukken?

De nieuwe bereikbaarheidsaanpak klinkt als muziek in mijn oren, ook al is ze mede ingegeven door financiële overwegingen (het grote geld is immers op voor de komende 14 jaar). De uitzonderingspositie van de “Big Five” is natuurlijk teleurstellend. Het oude asfaltdenken leeft nog voort. Maar hoe lang nog? Meer en meer leeft het voort als politiek besloten relict, met een stevig prijskaartje.

Voor de komende MIRT-onderzoeken liggen er nu kansen voor Rijk, provincie en gemeente om mobiliteitsvraagstukken slimmer en gezamenlijk aan te pakken. Ik ben benieuwd.

Meer info:

Infrabegroting 2015

Brochure: De brede bereikbaarheidsaanpak langs vijf sporen

Brochure: Meer bereiken – door een brede, gezamenlijke aanpak van mobiliteitsopgaven

Geschreven voor de Kracht van Utrecht, 18 september 2014